Jonas Gijbels mocht pas op zijn 13e een koersfiets kopen, reed een jaar later zijn eerste wedstrijd en won vorig seizoen drie koersen. De 17-jarige renner doet het nu prima bij de juniores. Een Noord-Limburger die graag en goed bergop rijdt!
“Ik wou al enkele jaren een koersfiets, maar mijn ouders vonden dat te gevaarlijk. Op mijn dertiende kreeg ik dan toch mijn eerste koersfiets, ik ben er dus laat mee begonnen”, trapt Jonas Gijbels een open deur in. “Ik ging eerst veel in de bossen rijden, waar weinig verkeer was. Een jaar later kwam ik voor het eerst aan de start in een echte koers. Een mooi moment. Ik ben nu zeventien en hoor bij de eerstejaars bij de junioren.”
Vorig jaar won hij drie koersen bij de nieuwelingen, onder meer in het Luikse dorpje Romsée en het Provinciaal Kampioenschap op de piste. “Mijn doel was toch zeker één zege te boeken. Dat werden er drie. Ik won ook een oefenkoers op het Circuit Zolder. We snelden al in het begin met twee weg en ik kon het afmaken in de spurt. Een geweldig gevoel.”
“Wat mijn sterkste punten zijn? Ik ben meer een klimmer die ook een goede sprint in de benen heeft”, stelt de student sociale wetenschappen aan het Wico Sint-Jozef Lommel. “Een Noord-Limburger die goed kan klimmen, dat is op zich best raar, want in onze regio en in Nederland is alles vlak. Er zijn niet veel mogelijkheden om bergop te trainen. Maar het ligt mij gewoon beter. In de zomer trek ik vaak naar de Ardennen, daar kan ik mij echt uitleven.”
“Ik probeer zoveel mogelijk koersen te rijden die aan mijn profiel beantwoorden. Koersen met behoorlijk wat hoogtemeters. Daar horen langere verplaatsingen bij, maar dat moet dan maar. Dat zijn schonere koersen, waar ik mij beter kan uitleven.”
Jonas Gijbels (1,80 m en 63 kg) is goed begonnen aan zijn eerste jaar bij de junioren. Begin april eindigde hij als derde in Walhain en recent als vijfde in Callenelle. Hij rijdt vooraan mee. “Ik wil dit jaar zoveel mogelijk ervaring opdoen en verder progressie blijven boeken. Ik moet ook nog een stap vooruit zetten in de grote koersen, met 130 of 150 renners. Daarin voel ik me soms nog wat onzeker. Dat heeft wellicht met het feit te maken dat ik laat ben beginnen koersen. Ik leer elke koers bij: wanneer moet je vooraan zitten, in welke ontsnapping moet je trachten te zitten. Ik krijg veel tips van Luc Quanten, een fietsenmaker in Lommel en van onze ploegleiders Lander Thyssen en Herman Giedts, maar bepaalde dingen moet je zelf voelen of aanleren.”
“Dan word je er los afgereden”
Een jonge voetballer traint enkele uurtjes per week, meestal in goede omstandigheden, en werkt in het weekend een wedstrijd af. Jonas Gijbels merkt een duidelijk verschil. “Ik moet er meer voor laten dan een aantal van mijn klasgenoten. Zij gaan naar fuiven of feestjes en spelen de volgende dag hun match. Maar als ik niet op tijd in mijn bed lig, word ik er de volgende dag los afgereden. De koers is onverbiddelijk. Je kan je niet wegsteken. Wij trainen ook meer: tien tot twaalf uur per week en in de vakantieperiodes komen daar nog enkele uren bij, plus in het weekend de koersen. Er kruipt veel meer tijd in en je moet er in alle weersomstandigheden staan. Niet mee op stap kunnen gaan, dat is soms hard, maar ik heb het er graag voor over. Ik wil progressie blijven boeken.”
“Als we op vakantie gaan neem ik mijn fiets mee, om de conditie op peil te kunnen houden. We trekken meestal in de week op vakantie, om bij ons mee te kunnen doen aan de koersen in het weekend. Veel wedstrijden rijden, zo kweek je ervaring en kan je stappen vooruit zetten. Of ik met grote plannen in mijn hoofd rondloop? Neen, we zien wel. Als je de stap naar een goede belofte-ploeg wil kunnen zetten, moet je er bij de tweedejaarsjuniors bovenuit steken. Maar ik ben pas aan mijn eerste jaar bezig. Ik heb nog een lange weg af te leggen. Goed presteren op school, dat primeert nu.”
“Op vakantie zoek ik graag de bergjes op. Doe daar nog 25 graden bij en het zonnetje en ik ben gelukkig (lacht). Ik rij het liefst als het lekker warm is. Wat niet wil zeggen dat ik vaak op de rollen train als het kou is. Ik rij het liefst buiten. In het Lommelse zijn meerdere renners, we rijden meestal met een groepje van een vijftal man. Ik train zelden alleen.”
“Ik heb niet echt idool bij de grote mannen. Greg Van Avermaet, Philippe Gilbert, Nibali, Peter Sagan, dat soort renners dragen mijn voorkeur weg. Mannen die willen koersen, die niet in het wiel blijven hangen om dan op het einde weg te springen. Zo ben ik ook niet. Als klimmer apprecieer ik natuurlijk ook de ronderenners.”
Jonas Gijbels heeft (nog) geen officiële supportersclub. Zijn familie is wel trouw op post. Een tiental koppen, met dezelfde petjes op. “Dat is een extra motivatiebron voor mij. Die steun doet goed. Mijn vader heeft bij de amateurs gekoerst, mijn opa was ook wielrenner. Het zit dus toch wel wat in de genen.”
Mooiste momenten
“Wat mijn dieptepunt is? Bij de nieuwelingen zat ik mee vooraan in het clubkampioenschap in Vliermaal. Een zware koers met een mooi deelnemersveld. Ik had goede benen en voelde dat er een podiumplaats of misschien zelfs een overwinning in kon zitten. Als eerstejaars nota bene. Maar in de voorlaatste kreeg ik met materiaalpech af te rekenen. Dat was een zware klap. Die wedstrijd is lang in mijn hoofd blijven spoken. Maar ik mag niet klagen: valpartijen en veel materiaalpech hoorden er gelukkig nog niet bij.”
“In februari trokken we een week op stage met mijn team Sport en Steun Leopoldsburg. Een week volle bak trainen in Spanje, met je ploegmaten, dat was de max. Mijn tweede stage met de ploeg. Een tweede topmoment is mijn zege in Romsée vorig jaar. Ik liep een longontsteking op, lag even in het ziekenhuis en kon drie weken niet trainen. Dus ik moest terug vanaf nul beginnen. Dik twee maanden later reed ik als eerste over de finish. Een geweldig gevoel.”
VIDEO: Jonas Gijbels in actie als tijdrijder
Jonas Gijbels in actie from Velofans on Vimeo.